Leesplezier

LEESPLEZIER
Leve de bibliotheek!

Ik lees hier in de krant, wat de meeste leerkrachten en alerte ouders al jaren weten, dat het leesplezier bij onze kinderen nog meer is gedaald sinds 2009 en wij hier in Vlaanderen het slechts scoren in het PISA-onderzoek.
Dat vreesde ik ook al sinds ik in 1988 de eerste van mijn intussen duizend zeshonderd vierendertig leesplezierige lezingen in scholen en bibliotheken gaf.
Wat men zaait zal men oogsten. En er is heel wat mis gezaaid. Ministers en commissies promoten, subsidiëren en bekronen al decennia lang rijkelijk schrijvers van boeken die kinderen niet graag lezen. Dit stimuleert uiteraard niet het leesplezier van de prille lezertjes en jong volwassenen. Ook niet dat van de intussen volwassen ouders en leerkrachten, die zich destijds op school tegen hun zin en met stijgende afkeer door heel wat verplichte boeken hebben moeten spartelen. Wat erg jammer is, want alles draait inderdaad om het PLEZIER van het lezen. En wat je niet hebt gekregen, kun je moeilijk doorgeven of toch niet echt met hart en ziel. Kinderen zijn niet dom en zien meteen of iemand doet alsof. De jeugdboekenweek, intussen jeugdboekenmaand, is een dapper en lovenswaardig initiatief. Maar het heeft weinig zin dat ouders of leerkrachten die zelf geen plezier in het lezen vonden en vinden en zelden of nooit lekker verdwaalden/verdwalen in een boek, opeens gemaakt euforisch gaan doen over het lezen van boeken. Zij kunnen die begeestering en leesplezier toch niet echt overbrengen op hun kinderen of leerlingen. Nogmaals: wat je zelf niet hebt gekregen, kun je niet doorgeven.
Wie dat echter zowel thuis als op school wel kan, zijn ouders en grootouders en leerkrachten die wel lezen en een hart hebben voor boeken. Of klasgenoten die graag lezen. Wat gelukkig hier en daar, maar nog veel te weinig, al gebeurt.
Ook schrijvers van wie de kinderen wel graag de boeken lezen kunnen via lezingen op school of in de bib eventueel het vlammetje aansteken of heviger laten opflakkeren. Al heeft de ervaring mij intussen geleerd dat, wat men ook doet, een derde tot de helft van de kinderen nooit zal lezen. Een kleine twintig procent leest sowieso. Het gaat dus nog altijd om een heleboel kinderen die te “boeken” zijn.
Ondanks de verleidingen die de laatste jaren op hen af zijn gekomen. Ik zeg hier nu niet dat kinderen en tieners niet meer mogen tv-kijken, gamen, instagrammen, snapchatten of tiktokken als kippen zonder kop. Dat mogen onze voorlopig twaalf heerlijk puberende kleinkinderen en hun leeftijdsgenoten gerust doen, als ze af en toe ook maar in een boek duiken. Een kind- of tienervriendelijk boek op hun lees- en leefniveau, uiteraard. Geen voor hen vaak veel te moeilijke, eliteraire schrijfsels waar ze zich zuchtend en puffend doorheen worstelen en daarna alleen al bij het horen van het woord boek jeugdpuistjes krijgen en even naar adem moeten happen.
Helaas heb ik soms de indruk dat de kinderen en tieners geen plezier in het lezen mogen hebben.
Tot slot citeer ik graag uit de mail die hier net binnenvalt en komt van een bevriende juf K.:
‘Als leerkracht hebben we tegenwoordig ook zo veel verplichtingen, onze werkdruk stijgt enorm. En het wordt elk jaar erger. We zijn geen baas over ons eigen werk. Daar heb ik het zelf zo lastig mee. Vroeger ging ik elke woensdag met de kinderen naar de plaatselijke bibliotheek. En elke woensdag kwamen ze dan thuis met vijf ‘nieuwe’ boeken. Nu gebeurt dat maar om de zes weken. Ik had vroeger ook veel meer tijd om voor te lezen. Soms denk ik dat men het allemaal veel te perfect voorheeft: we worden overladen met dingen die allemaal belangrijk zijn, die allemaal moeten,… Het moet allemaal gebeuren maar er is veel te weinig tijd voor alles.
Mijn overtuiging is: KINDEREN DIE veel LEZEN, VOEDEN ZICHZELF OP.
Ik ben ervan overtuigd dat alleen het leesplezier en een stijgend leesniveau onze onderwijsresultaten kunnen opkrikken.
Overlaad leerkrachten niet met werk maar geef hen de kans om bezig te zijn met dingen waar het echt op aan komt en laat ons op die manier kinderen, via boeken, nieuwsgierig maken naar meer.’

Marc de Bel
www.belirium.be

Back to Top