Prins Karus van Tirania is al van bij zijn geboorte een bolmollig, vrolijk en goedlachs kereltje. Maar dat verandert wanneer zijn geliefde moeder, koningin Boezemina, op een militaire parade door een verdwaalde kanonskogel uit zijn leven wordt geknald.
Zijn vader en ijzervreter, koning Kwubus, verbiedt op slag alle kanonskogels in Tirania en alles wat rond is en ook maar enigszins op een kanonskogel lijkt of daaraan doet denken.
Dat maakt prins Karus dubbel triest, want hij mist nu niet alleen heel erg zijn moeder, maar ook de overheerlijke oliebollen van Smout, de koninklijke kok, die niet langer mogen worden gebakken.